zwavelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwavelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwa·vel·de

Werkwoord

vervoeging van
zwavelen

zwavelde

  1. enkelvoud verleden tijd van zwavelen
    • Ik zwavelde. 
    • Jij zwavelde. 
    • Hij, zij, het zwavelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zwavelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.