zwavelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwavelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwa·vel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwavelen |
zwavelde
- enkelvoud verleden tijd van zwavelen
- Ik zwavelde.
- Jij zwavelde.
- Hij, zij, het zwavelde.
- Ik zwavelde.
Gangbaarheid
- Het woord zwavelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.