zwenkte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwenkte af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwenk·te af

Werkwoord

vervoeging van
afzwenken

zwenkte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afzwenken
    • Ik zwenkte af. 
    • Jij zwenkte af. 
    • Hij, zij, het zwenkte af. 

Gangbaarheid

  • Het woord zwenkte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.