zwenkte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwenkte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwenk·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afzwenken |
zwenkte af
- enkelvoud verleden tijd van afzwenken
- Ik zwenkte af.
- Jij zwenkte af.
- Hij, zij, het zwenkte af.
- Ik zwenkte af.
Gangbaarheid
- Het woord zwenkte af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.