Ricketts bospatrijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Ricketts bospatrijs    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ric·ketts bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Ricketts bospatrijs Ricketts bospatrijzen
verkleinwoord Ricketts bospatrijsje Ricketts bospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

deRicketts bospatrijsv/m

  1. (hoendervogels) Arborophila gingica  een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1789 door Johann Friedrich Gmelin . De soort komt voor in het zuidoosten van China en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Ricketts bospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie