aanspreekcultuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspreekcultuur (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansprekʏlˌtyr / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spreek·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanspreek ww en cultuur zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aanspreekcultuur | aanspreekculturen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanspreekcultuur v
- (bedrijfskunde) geheel van omgangsvormen waarin mensen gewend zijn elkaar terugkoppeling op gedrag en houding te geven, zonder bijbedoelingen of onplezierige gevolgen
- ▸ Een aanspreekcultuur die door alle medewerkers als vanzelfsprekend wordt ervaren en waarbij ruimte is voor een eigen mening, zonder dat het gevoel ontstaat afgerekend te worden.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanspreekcultuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Wil Nuij“‘Centraal georganiseerd -Lokaal verankerd’ : Over de organisatie, inrichting en sturing van het robuuste politiebasisteam” (maart 2015), Erasmus Universiteit Rotterdam, masterscriptie