anglicaans
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: anglicaans (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·gli·caans
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | anglicaans | anglicaanser | anglicaanst |
| verbogen | anglicaanse | anglicaansere | anglicaanste |
| partitief | anglicaans | anglicaansers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
anglicaans
- behorend bij de Engelse (anglicaanse) staatskerk
Gangbaarheid
- Het woord anglicaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anglicaans" herkend door:
| 91 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be