autoprogrammaatje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autoprogrammaatje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·pro·gram·ma·tje

Zelfstandig naamwoord

hetautoprogrammaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord autoprogramma