beekloop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beekloop    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbeklop/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • beek·loop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beekloop beeklopen
verkleinwoord beekloopje beekloopjes

Zelfstandig naamwoord

debeekloopm

  1. bedding van een smal stromend water
    • Er ontstond zelfs een prachtig kronkelend beekje, waarbij het water de oude beekloop opzocht.  [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'beekloop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen