besteding

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besteding    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ste·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van besteden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord besteding bestedingen
verkleinwoord bestedinkje bestedinkjes

Zelfstandig naamwoord

debestedingv

  1. (economie) het uitgeven van geld of andere middelen
    • Zijn wekelijkse besteding aan koffie bedraagt 30 euro. 
  2. het gebruik of aanwenden.
    • Zijn besteding van de uren die hij nog had waren zeer effectief. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord besteding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be