blusboot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blusboot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blus·boot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blusboot blusboten
verkleinwoord blusbootje blusbootjes

Zelfstandig naamwoord

deblusbootv/m

  1. (scheepvaart) een schip dat is uitgerust om vanaf het water een brand te bestrijden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blusboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be