broncode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broncode    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bron·co·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broncode broncodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debroncodem

  1. (informatica) geheel van programma-instructies in hun oorspronkelijke hogere taal, bv. Algol, PL1 of COBOL, zoals geschreven door de programmeur
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord broncode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be