buikloop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikloop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buik·loop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buikloop -
verkleinwoord buikloopje buikloopjes

Zelfstandig naamwoord

debuikloopm

  1. (medisch) zeer waterige ontlasting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord buikloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen