buurthuiswerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buurthuiswerk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- buurt·huis·werk
Woordherkomst en -opbouw
- geen meervoud, samenstelling van buurthuis zn en werk zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | buurthuiswerk | buurthuiswerken |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het buurthuiswerk o [1]
- wijkgericht welzijnswerk vanuit buurthuizen
Gangbaarheid
- Het woord buurthuiswerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.