Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cocooning (hulp, bestand)
- IPA: / kɔˈkuːnɪŋ / (3 lettergrepen)
Zelfstandig naamwoord
de cocooning v / m
- het zich terugtrekken in de veilige huiselijke sfeer; het zich afsluiten van de boze buitenwereld
- Actrice Carolien Spoor kan goed wennen aan het moederschap. Vandaag chilt ze met baby Otis op de bank, iets dat de kersverse mama omschrijft al [sic!] cocooning. Otis slaapt vredig door. [1]
Gangbaarheid
- Het woord cocooning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
| 72 % | van de Nederlanders; |
| 90 % | van de Vlamingen.[2] |