computercursusje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  computercursusje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pu·ter·cur·sus·je

Zelfstandig naamwoord

hetcomputercursusjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord computercursus

Gangbaarheid

  • Het woord computercursusje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.