computeringenieur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  computeringenieur    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔmˈpjutərˌɪŋɣeˌɲør/ (6 lettergrepen); /kɔmˈpjutərɪnʒeɲør/
Woordafbreking
  • com·pu·ter·in·ge·ni·eur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord computeringenieur computeringenieurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decomputeringenieurm

  1. (beroep) iemand die een hogere technisch opleiding heeft voltooid op het gebied van programeerbare machine
     Het vertrek van IBM gaf een hele generatie van jonge, hoogopgeleide computeringenieurs van de technologische instellingen (IIT's) en talloze plaatselijke technische scholen de kans om tot bloei te komen zonder dat ze beconcureerd werden door prestigieuze buitenlandse bedrijven.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord computeringenieur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Antoine van Agtmael, Tijmen Roozenboom
    “De nieuwe multinationals : hoe bedrijven uit Brazilië, China, India, Korea en Mexico de westerse markten overnemen” (2010), Business Contact