computeriseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  computeriseren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pu·te·ri·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
computeriseren
computeriseerde
gecomputeriseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

computeriseren [1]

  1. overgankelijk (informatica) geschikt maken voor verwerking door een computer
  2. overgankelijk (informatica) van een computer of van computers voorzien
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord computeriseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen