computermakertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  computermakertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·pu·ter·ma·ker·tje

Zelfstandig naamwoord

hetcomputermakertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord computermaker

Gangbaarheid

  • Het woord computermakertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.