contracteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contracteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·trac·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| contracteren |
contracteerde |
gecontracteerd |
| zwak -d | volledig | |
Werkwoord
contracteren
- overgankelijk een contract sluiten met iemand
- Het bedrijf wist een aantal toptalenten te contracteren.
Verwante begrippen
- contract, contractant, contractarbeider, contractbasis, contractjaar, contractloon, contractloonstijging, contractonderwijs, contractonderzoek, contractpartner, contractprijs, contractspeler, contractueel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord contracteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "contracteren" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 85 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be