cultuurhistorisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cultuurhistorisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /kʏlˌtyrhɪsˈtoris/; bij beklemtoond attributief gebruik: /kʏlˈtyrhɪsˌtoris/
Woordafbreking
  • cul·tuur·his·to·risch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen cultuurhistorischcultuurhistorischer-
verbogen cultuurhistorischecultuurhistorischere-
partitief cultuurhistorischcultuurhistorischers-

Bijvoeglijk naamwoord

cultuurhistorisch

  1. vanuit de ontwikkeling die een beschaving doormaakt
     Misschien was dit de meest fantastische reis die hij ooit had gemaakt, evenzeer een erotisch als een politiek als een cultuurhistorisch avontuur.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord cultuurhistorisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535