domeinnaam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  domeinnaam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·mein·naam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord domeinnaam domeinnamen
verkleinwoord domeinnaampje domeinnaampjes

Zelfstandig naamwoord

dedomeinnaamm

  1. naam van een domein
  2. (informatica) naam van een groep computers in een netwerk
Afgeleide begrippen
  • domeinnaamextensie, domeinnaamhouder, domeinnaamkaper, domeinnaamregistratie
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord domeinnaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie