dubbelloop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelloop (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dub·bel·loop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dubbel bn en loop zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | dubbelloop | dubbellopen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dubbelloop m
- vuurwapen met twee lopen waarmee men kort na elkaar twee keer kan schieten
Gangbaarheid
- Het woord dubbelloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.