eet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eet (hulp, bestand)
- IPA: / et / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- eet
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| eten |
eet
- enkelvoud tegenwoordige tijd van eten
- gebiedende wijs van eten
- ▸ 'Kom aan tafel zitten, eet wat'.[1]
- ▸ Maren eet als een vogeltje en is zeer op de penning - behalve als het om haar boeken gaat, of om de voorwerpen die ze zich waarschijnlijk heeft toegeëigend nadat Johannes ze van zijn reizen had meegenomen.[1]
- ▸ En vis! Bot, tong, schar en kabeljauw zijn mijn favorieten, maar ik eet alles wat de zeeën en rivieren in en rond mijn republiek te bieden hebben.[1]
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
Gangbaarheid
- Het woord eet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- 1 2 3 Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx“Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021809526 Citefout: Ongeldig label
<ref>; de naam "Het huis aan de gouden bocht" wordt meerdere keren met andere inhoud gedefinieerd.
Middelnederlands
Zelfstandig naamwoord
- schrijfwijze voor eed