gangbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gangbaar (hulp, bestand)
- IPA: /'ɣɑŋbar/
Woordafbreking
- gang·baar
Woordherkomst en -opbouw
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | gangbaar | gangbaarder | gangbaarst |
| verbogen | gangbare | gangbaardere | gangbaarste |
| partitief | gangbaars | gangbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gangbaar
- wat gebruikelijk is
- Dit woord is niet erg gangbaar.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gangbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gangbaar" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be