gistfabriekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gistfabriekje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gist·fa·briek·je

Zelfstandig naamwoord

hetgistfabriekjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gistfabriek