informatiebureau
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: informatiebureau (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·for·ma·tie·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van informatie en bureau
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | informatiebureau | informatiebureaus |
| verkleinwoord | informatiebureautje | informatiebureautjes |
Zelfstandig naamwoord
het informatiebureau o
- bureau (van een instelling enz.) waar meer informatie te verkrijgen valt
- Het informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis.
Gangbaarheid
- Het woord informatiebureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.