Nederlands
Uitspraak
- Geluid: instapper (hulp, bestand)
Zelfstandig naamwoord
de instapper m
- (schoeisel) schoen zonder veters
- Ik verkeerde in de veronderstelling dat het niet zo goed met hem ging. Het laatste wat ik over hem las betrof een mislukte hartoperatie, maar Willibrord was nog helemaal Willibrord. Zo had Willibrord bijvoorbeeld de vierdaagse van Nijmegen gelopen op instappers zonder sokken. [2]
- iemand die in een voertuig of lift stapt
- Bij deze bushalte zijn er altijd meer instappers dan uitstappers.
Gangbaarheid
- Het woord instapper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 93 % | van de Vlamingen.[3] |