interrupt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  interrupt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·ter·rupt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord interrupt interrupts
verkleinwoord interruptje interruptjes

Zelfstandig naamwoord

interrupt [1]

  1. (informatica) een verzoek om aandacht van een hardwarecomponent aan een andere.
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'interrupt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen