inzend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inzend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • inĀ·zend

Werkwoord

vervoeging van
inzenden

inzend

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden
    • ... dat ik inzend. 

Gangbaarheid

  • Het woord inzend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.