kostprijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kostprijs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɔstprɛis / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- kost·prijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kost ww en prijs
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kostprijs | kostprijzen |
| verkleinwoord | kostprijsje | kostprijsjes |
Zelfstandig naamwoord
de kostprijs m
- (bedrijfskunde) (economie) totaal van de uitgaven die een producent doet om een product te maken
- (handel) totaal van de uitgaven die een handelaar doet om een product in te kopen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- tegen kostprijs
Vertalingen
1. totaal van de uitgaven die een producent doet om een product te maken
Gangbaarheid
- Het woord kostprijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kostprijs" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be