linkerwijsvinger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  linkerwijsvinger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lin·ker·wijs·vin·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerwijsvinger linkerwijsvingers
verkleinwoord linkerwijsvingertje linkerwijsvingertjes

Zelfstandig naamwoord

delinkerwijsvingerm

  1. (anatomie) de wijsvinger aan de zijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt

Gangbaarheid

  • Het woord linkerwijsvinger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.