loefzijdetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loefzijdetje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • loef·zij·de·tje

Zelfstandig naamwoord

hetloefzijdetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord loefzijde