loopring
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loopring (hulp, bestand)
Woordafbreking
- loop·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van loop en ring
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | loopring | loopringen |
| verkleinwoord | loopringetje | loopringetjes |
Zelfstandig naamwoord
de loopring m
- (werktuigbouwkunde) elk van beide ringen waartussen de kogels van een kogellager lopen
Gangbaarheid
- Het woord 'loopring' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.