lopendebandwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lopendebandwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lo·pen·de·band·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lopendebandwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetlopendebandwerko

  1. werk dat gedaan wordt aan een lopende band
  2. zaken die men in groten getale maakt zonder veel variatie
  3. (figuurlijk) saai en eentonig werk

Gangbaarheid

  • Het woord lopendebandwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.