observeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: observeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ob·ser·veer·de
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| observeren |
observeerde
- enkelvoud verleden tijd van observeren
- Ik observeerde.
- Jij observeerde.
- Hij, zij, het observeerde.
- Ik observeerde.
Gangbaarheid
- Het woord observeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.