oeverzwaluwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oeverzwaluwen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • oe·ver·zwa·lu·wen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oeverzwaluwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deoeverzwaluwenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oeverzwaluw
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Riparia  van zangvogels uit de familie zwaluwen (Hirundinidae )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord oeverzwaluwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie