Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onbezield (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmbəˌzilt / (3 lettergrepen)
Bijvoeglijk naamwoord
onbezield
- zonder geest, weinig levendig, met een gebrek aan gedrevenheid
- Hij speelde een onbezielde uitvoering van het pianoconcert.
- zelfstandige naamwoorden worden in sommige talen onderscheiden in bezielde en onbezielde zelfstandige naamwoorden
- 'Man', 'vrouw' en 'paard' zijn bezielde zelfstandige naamwoorden. 'Hout' en 'tafel' zijn onbezielde zelfstandige naamwoorden.
Gangbaarheid
- Het woord onbezield staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
| 95 % | van de Nederlanders; |
| 91 % | van de Vlamingen.[1] |