oostzij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oostzij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oost·zij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oostzij oostzijden
oostzijdes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deoostzijv/m

  1. de zijde die in het oosten ligt.
    • Aan de oostzij van het bos bevindt zich een parkeerplaats. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord oostzij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be