programmatuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  programmatuur    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌproɣrɑmaˈtyr/
Woordafbreking
  • pro·gram·ma·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord programmatuur programmaturen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deprogrammatuurv

  1. (informatica) verzameling gegevens die bepaalt wat een computer met andere gegevens moet doen en die het apparaat geschikt maken voor bepaalde toepassingen
Hyponiemen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord programmatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.