pulscode

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pulscode    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpʏlskodə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • puls·co·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pulscode pulscodes
verkleinwoord pulscodetje pulscodetjes

Zelfstandig naamwoord

depulscodem

  1. (informatica) (telecommunicatie) elk van de vele codes die wordt gebruikt om aan een reeks pulsen betekenis toe te kennen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'pulscode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.