queue

Niet te verwarren met: keu

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  queue    (hulp, bestand)
  • IPA: / kø / (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • queue
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wachtrij’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van Frans queue [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord queue queues
queueën
verkleinwoord queuetje queuetjes

Zelfstandig naamwoord

de queue v / m

  1. lange rij met personen die op hun beurt staan te wachten

Gangbaarheid

  • Het woord queue staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  queue (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /kjuː/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
queue queues

Zelfstandig naamwoord

queue

  1. rij
  2. wachtrij

Frans

Woordherkomst en -opbouw
Uitspraak
  • Geluid:  queue    (hulp, bestand)
  • IPA: /kø/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  queue     la queue     queues     les queues  

Zelfstandig naamwoord

queue v

  1. (anatomie) staart
  2. (sport) keu
  3. (spreektaal) lul, pik [2]
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door WikiWoordenboek. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.