remcircuit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: remcircuit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rem·cir·cuit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rem en circuit zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | remcircuit | remcircuits |
| verkleinwoord | remcircuitje | remcircuitjes |
Zelfstandig naamwoord
het remcircuit o
- meestal hydraulisch remsysteem waarvan zich er twee in een auto behoren te bevinden, zodat wanneer het ene defect is het andere de taak kan overnemen
Gangbaarheid
- Het woord 'remcircuit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.