reputatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reputatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·pu·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘faam’ voor het eerst aangetroffen in 1529 [1]
  • afgeleid van het Franse réputation (met het achtervoegsel -atie) [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord reputatie reputaties
verkleinwoord reputatietje reputatietjes

Zelfstandig naamwoord

dereputatiev

  1. de manier waarop iemand bekend is
    • Ik moet mijn reputatie beschermen. 
     'Hij heeft een kunstwerk verkocht en werkt aan de reputatie van een veelbelovende jonge kunstenaar' 'Die niet bestaat.[4]
  2. de manier waarop iets bekend is
     Het lijkt erop dat vrijwel alle Griekse steden hun eigen festivals met sportwedstrijden hadden, waarvan de reputatie en aantrekkingskracht varieerde.[5]
     La Planche heeft niet de mythische uitstraling van de Mont Ventoux, de Tourmalet of de Alpe d’Huez, maar aan de reputatie wordt gewerkt. De vorige aankomsten waren vol betekenis.[6]
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • wereldreputatie
Afgeleide begrippen
  • reputatiepolis, reputatieschade
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reputatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen