rusteloosheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rusteloosheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rus·te·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | rusteloosheid | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rusteloosheid v
- het rusteloos zijn
- De rusteloosheid van de delirante patiënt kon men met neuroleptica bestrijden.
Gangbaarheid
- Het woord rusteloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.