sort

Deens

Bijvoeglijk naamwoord

sort

  1. (kleur) zwart

Verwijzingen


    Frans

    Uitspraak
    • Geluid:  sort    (hulp, bestand)
    • IPA: /sɔʁ/
    Woordherkomst en -opbouw
    • van klassiek Latijn sortem, accusatief van sors "orakel, (nood)lot" [1]

    Zelfstandig naamwoord

    sort m

    1. lot [1]
    2. toeval

    Werkwoord

    vervoeging van
    sortir

    sort

    1. derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sortir

    Verwijzingen


    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / surʈ /
    Woordafbreking
    • sort
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoorse woord svartr
    Naar frequentie 2742
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud sort sortere sortest
    o enkelvoud sort
    meervoud sorte
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    sorte sortere sorteste

    Bijvoeglijk naamwoord

    sort

    1. (kleur) zwart
      «Nydelig brudekjole i sort og hvitt.»
      Prachtige trouwjurk in zwart en wit.
    Afgeleide begrippen
    • sort-hvitt
    Verwante begrippen
    Uitdrukkingen en gezegden
    • sort bonde
    de zwarte pion (bij schaken)