Nederlands
Uitspraak
- Geluid: volksnaam (hulp, bestand)
Zelfstandig naamwoord
de volksnaam m
- een bij 'het volk' gangbare, niet-wetenschappelijke naam voor een plant, een dier of een stof
- ‘Het is een tijd geleden dat er nog zo’n commissie was geweest, dus we hadden ook wat inhaalwerk. Veel paddenstoelen hadden intussen al een volksnaam gekregen, en die was in Groningen niet noodzakelijk dezelfde als in Roeselare. Vaak behielden we de Vlaamse en de Nederlandse versie, zoals bij de amethistzwam die ook rodekoolzwam heet.[1]
- Een zeeduivel oogt lelijk door zijn afgeplatte vorm en uitgesproken grote bek met scherpe tanden. Hij kan tot twee meter lang worden. Omdat hij door zijn lichaamsbouw geen goede zwemmer is, lokt hij zijn prooien met stekels op zijn rug. Vroeger waren de vissers bang voor deze vis, waardoor de volksnaam ontstond.[2]
Gangbaarheid
- Het woord volksnaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[3] |