voorprogrammeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorprogrammeren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en programmeren
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| voorprogrammeren |
programmeerde voor |
voorgeprogrammeerd |
| zwak -d | volledig | |
Werkwoord
voorprogrammeren overgankelijk
- van tevoren instellen, bv. een wasmachine, videorecorder
- (psychologie) iemand zodanig instrueren dat hij precies doet of zegt wat van hem verlangd wordt
Verwante begrippen
- voorprogrammering
Gangbaarheid
- Het woord voorprogrammeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.