wederzijds
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wederzijds (hulp, bestand)
- IPA: /wedərˈzɛits/
Woordafbreking
- we·der·zijds
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weder en zijde met het achtervoegsel -s
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | wederzijds | wederzijdser | wederzijdst |
| verbogen | wederzijdse | wederzijdsere | wederzijdste |
| partitief | wederzijds | wederzijdsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wederzijds
- van beide kanten komend
Verwante begrippen
Vertalingen
Bijwoord
wederzijds
- van beide kanten, aan beide kanten
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord wederzijds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wederzijds" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be