weekhartig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekhartig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • week·har·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van week en hart met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen weekhartigweekhartigerweekhartigst
verbogen weekhartigeweekhartigereweekhartigste
partitief weekhartigsweekhartigers-

Bijvoeglijk naamwoord

weekhartig [1]

  1. sentimenteel, snel ontroerd
  2. overdreven zachtaardig
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord weekhartig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door WikiWoordenboek. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.