weekheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weekheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- week·heid
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | weekheid | weekheden |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de weekheid v
- het week zijn
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord weekheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weekheid" herkend door:
| 91 % | van de Nederlanders; |
| 88 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be