welzijnswerk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: welzijnswerk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛlzɛinsˌwɛrᵊk / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- wel·zijns·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van welzijn zn en werk zn met het invoegsel -s- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | welzijnswerk | welzijnswerken |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het welzijnswerk o
- maatschappelijke activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden
- geheel van maatschappelijke organisaties dat activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden verzorgt
Gangbaarheid
- Het woord welzijnswerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welzijnswerk" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be