welzijnswerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  welzijnswerk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛlzɛinsˌwɛrᵊk/ (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wel·zijns·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijnswerk welzijnswerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetwelzijnswerko

  1. maatschappelijke activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden
  2. geheel van maatschappelijke organisaties dat activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden verzorgt

Gangbaarheid

  • Het woord welzijnswerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen